Vaak zien we het topje van de ijsberg, maar zelden de ijsberg zelf. Neem nu de werkomstandigheden van arbeiders die smartphones maken, die blijven vrij onbekend. Nochtans vragen die aandacht. We vinden het zelfs onze verantwoordelijkheid om mogelijke problemen zoals social washing en ernstige ziektes aan de kaak te stellen en om oplossingen te steunen. Oplossingen zoals een andere manier van consumeren.

In de documentaire Complicit (2015) volgen we verschillende Chinese arbeiders die smartphones maken. Heel wat problemen steken de kop op tijdens het productieproces. De film kreeg een bekroonde debatscreening georganiseerd door Point de M.I.R en TeleCoop.

Even schetsen: zoals je allicht weet, worden quasi al onze digitale toestellen in Azië gemaakt. China staat in voor 90% van de ontwikkeling van onze apparaten. Binnen het land zorgen de fabrieken voor een aanzuiging van grote groepen economische immigranten die van het platteland naar de steden trekken. Het gaat om wel 12 miljoen mensen die een inkomen verwerven bij de productie van smartphones. Daar is uiteraard niets mis mee, maar aan de werkomstandigheden schort er wat.

Maar wat precies is niet altijd gemakkelijk te achterhalen. Vele ziektes gelinkt aan de werkomstandigheden komen pas jaren na datum aan de oppervlakte bovendrijven. Daardoor is het moeilijk om concrete en correcte cijfers te verzamelen. Vaak is de oorzaak van een ziekte (en overlijden) contact met toxische stoffen zoals n-hexaan en benzeen, die als oplosmiddel gebruikt worden in het productieproces. Volgens verschillende ngo’s is contact met benzeen verantwoordelijk voor het ontstaan van heel wat kankers. Langdurig contact met n-hexaan (gebruikt om schermen te poetsen) zorgt voor een verlammend effect. Slechts zelden erkennen producenten dergelijke ziektes bij hun personeel. Ze blijven daardoor onder de oppervlakte. Ook al omdat ziekenhuizen smeergeld ontvangen om alles in de doofpot te stoppen.

Grote merken zoals Apple en Samsung claimen dat ze de bovenstaande oplosmiddelen niet meer gebruiken en dat ze de werkomstandigheden veel beter monitoren. Veldonderzoek toont een volkomen ander verhaal. De technologiereuzen lijken zich te zondigen aan social washing.

Nochtans is een verandering van het productieproces niet onhaalbaar. Volgens Agnès Crepet van Fairphone zou Foxconn (’s werelds grootste technologiefabrikant) slechts een extra euro toevoegen aan de kostprijs van een smartphone bij het schrappen van benzeen en n-hexaan. Fairphone geeft alvast het goede voorbeeld. Zij kiezen voor onderaannemers die hun werknemers correct betalen en die waken over het welzijn van het personeel. Deze keuze doet de kostprijs van een toestel met slechts €1,89 stijgen. Het bewijs dat een andere manier van produceren mogelijk én betaalbaar is.De blik achter de schermen in Complicit kleeft een gezicht op de makers van onze toestellen. Vaak is dat gezicht nog onbekend. De ecologische impact van de technologische sector wint aan belangstelling, maar de sociale impact is nog steeds onbelicht. De situatie erkennen en ernaar handelen is belangrijk, want kiezen voor een andere manier van consumeren en minder spullen helpt niet enkel de natuur, maar ook de makers van de spullen zelf.

FairTEC (het collectief dat ijvert voor technologische soberheid) wil met inhoudelijke argumenten iedereen uitnodigen om te profiteren van respectvolle keuzes die zowel mens als natuur eren. We willen een ander mobiel gedrag stimuleren en geloofwaardige alternatieven aanbieden om zo tot een andere digitale economie te komen. Het is daarom belangrijk om gezamenlijk een stem te laten horen over de impact van technologie op mens, natuur en privacy.